Hoe kan het dat Tesla als relatief jong bedrijf de grootste fabrikant van elektrische auto’s ter wereld is geworden? Simpel: dankzij de agile ontwikkelingsmethode van auto’s en fabrieken. De methode is afgekeken uit de softwareontwikkeling en zorgt ervoor dat ze andere automerken met hun enorm lange ontwikkelcycli de loef afsteken. Hoe past Tesla de agile principes toe op automotive? En wat kun je hier als bedrijf van leren voor het realiseren van digitale transformatie?

Een opfriscursusje agile


Agile softwareontwikkeling is een manier van software ontwikkelen waarbij het ontwikkelproces plaatsvindt in meerdere korte periodes, oftewel iteraties. Aan het einde van elke iteratie worden nieuwe features en veranderingen opgeleverd die je in productie kunt nemen. Na het verzamelen van feedback kun je, aangezien de planning flexibel is, prioriteiten bijstellen en nieuwe inzichten toepassen. Op deze manier kun je snel bijsturen en het product constant verbeteren.

De focus ligt dus niet op van tevoren alles uitdenken en uittekenen, maar op snel werkende software creëren die je met iedere iteratie verder perfectioneert.

Hoe Tesla agile development toepast in automotive


Traditioneel hebben auto’s een enorm lange ontwikkelcyclus. Onder leiding van Elon Musk, die vóór Tesla bij het internetbedrijf PayPal werkte, omarmde Tesla agile als ontwikkelingsmethode voor zowel het ontwerp- als het productieproces. Waar andere automerken eerst alles helemaal uitkristalliseren, begint Tesla juist meteen met bouwen en blijft continu verbeteringen doorvoeren. Daarbij streeft het niet (meteen) naar een perfect eindproduct omdat het weet dat dit toch niet mogelijk is.

Dankzij deze werkwijze kon Tesla in maanden tijd perfectioneringen doorvoeren en innovaties in de markt zetten waar traditionele autofabrikanten jaren of zelfs decennia over zouden hebben gedaan. Ook belangrijk voor de ontwikkelsnelheid is overigens dat Tesla alles binnenshuis maakt, van batterijcellen tot software. Omdat ze niet afhankelijk zijn van andere partijen, zijn ze agile en kunnen ze snel schakelen.

Nadelen van deze agile aanpak


Het grote voordeel is natuurlijk dat Tesla razendsnel nieuwe modellen kan uitbrengen en verbeteringen kan doorvoeren. Maar dat gaat wel gepaard met nadelen. Qua veiligheid schikt Tesla nooit in, maar op kwaliteitsvlak laat het weleens steekjes vallen. Het hele systeem zit eigenlijk permanent in een soort bètaversie, waardoor er relatief veel fouten aan het licht komen die hersteld moeten worden. Bekende productiefouten zijn bijvoorbeeld stuurproblemen, carrosseriepanelen die niet goed aansluiten en imperfecties in de lak.

Daar tegenover staat dat Tesla ook razendsnel met oplossingen komt. Bovendien neemt het kritiek serieus. Na aanhoudende commentaren op de kwaliteit van de lak stelt Musk nu dat de nieuwe fabriek in Duitsland een revolutionaire nieuwe manier krijgt van lak aanbrengen. Aangezien we het hier wel over Tesla hebben, valt niet uit te sluiten dat er inderdaad een hightech wonder in de maak is.

Het Gigafactory-fenomeen

Het is inmiddels wereldberoemd: het ‘Gigafactory-fenomeen’. De nieuwe gigantische fabrieken van Tesla worden in een ongekend tempo én steeds sneller gebouwd, waarbij iedere fabriek ook nog eens groter en geavanceerder is dan zijn voorganger. De bouw van de Shanghai Gigafactory startte bijvoorbeeld in 2018 en begin 2020 rolden de eerste Tesla’s er al uit. Het succes van Tesla is voor een groot deel te danken aan de snelle ontwikkeling van fabrieken.

Met name de agile bouwaanpak, de modulaire opzet met prefab elementen en de efficiënte logistiek liggen ten grondslag aan dit recordtempo.

Foto bron: fortuneinsight.com

Agile bouwmethode voor de Gigafactories


Gaat het over de Tesla-fabrieken, dan spreekt Musk vaak over ‘building the machine that builds the machine’. Oftewel: hij ziet de fabrieken vooral als een machine die snel operationeel moet worden, als een product binnen het algehele productieproces. De agile bouwaanpak voor auto’s is door Tesla doorgetrokken naar de constructie van fabrieken.

Na het revolutioneren van de automotive ontketent Tesla nu een revolutie in de bouw. De gedachte? Niet de gehele fabriek van tevoren uittekenen en afstemmen met alle partijen, want dan ben je zo tien jaar verder. Maar wel: een duidelijk einddoel en een rode draad bepalen, maar accepteren dat het pad daar naartoe nog niet helemaal vastligt. Binnen het iteratieve, agile traject kan Tesla snel schakelen en bijsturen, waardoor het grote stappen in één keer kan zetten én valkuilen tijdig ziet aankomen.

Bijzonder is dat Tesla dit nu ook doortrekt naar het vergunningenproces. In Duitsland, dat strenge regels heeft op het gebied van milieu en veiligheid, is het gebruikelijk om alle vergunningen in één keer aan te vragen. Tesla vraagt nu juist vergunningen aan in kleine stapjes. Eerst voor het ruwe ontwerp, later – met nieuwe inzichten op zak – steeds meer gedetailleerd. Zo kunnen ze snel werken en hebben ze ondertussen genoeg bewegingsvrijheid om bij te sturen.

Tesla en de analogie met no-code en low-code


Bij no-code en low-code ontwikkel je software door op een visuele manier applicaties te modelleren. Daardoor is het uitermate geschikt voor de agile methode Rapid Application Management (RAD). Er zijn opmerkelijke parallellen tussen de Tesla-methode en no-code en low-code platformen zoals Betty Blocks, WEM, Be Informed en Thinkwise.

Een grote overeenkomst is het modulaire denken. Bij no-code en low-code kun je de modules zien als een soort motortjes die je op een slimme manier met elkaar verbindt en afzonderlijk kunt aanpassen. Verander je iets, dan hoef je alleen maar de module in kwestie te testen, de rest is immers gelijk gebleven. Tesla werkt precies zo. Maar waar je code heel makkelijk kunt copy-pasten voor volgende projecten, kan dit natuurlijk niet met robots of onderdelen van fabrieken.

Bij RAD via no-code of low-code ga je – net zoals Tesla – niet eerst uitgebreid met iedereen spreken en alles van a tot z uitdenken, in plaats daarvan bouw je snel iets en vraag je daarna aan gebruikers of dit is wat ze willen.

Een belangrijk verschil is dat no-code en low-code citizen development mogelijk maakt: gebruikers zonder achtergrond in IT kunnen applicaties maken en aanpassen. Bij Tesla kan dat niet en zou het ook niet wenselijk zijn: je wilt niet dat bestuurders een boordcomputer tunen en zo een ongeluk veroorzaken.

De concurrentie aftroeven door agile ontwikkeling


Tesla bewijst dat je de concurrentie dankzij agile ontwikkeling het nakijken kunt geven. Het ontwikkelen van applicaties via no-code en low-code op basis van de agile methode Rapid Application Development kan helpen bij je digitale transformatie, ervoor zorgen dat je als organisatie efficiënter en effectiever gaat werken en daardoor je concurrentiepositie verbeteren. De ervaren developers van EsperantoXL denken graag met je mee over de mogelijkheden.

FAQs


Wat is low-code en no-code?

Low-code en no-code zijn vormen van Rapid Application Development. Low-code is softwareontwikkeling waarbij programmeurs op een visuele manier applicaties modelleren. Ze modelleren applicaties op een visuele manier, waarbij ze weinig tot geen code hoeven te schrijven.

Waarom is low-code de toekomst?

Low-code heeft de toekomst omdat de methode toelaat op een heel visuele en intuïtieve manier applicaties te ontwikkelen, waarbij je weinig tot geen code hoeft te schrijven. Zo kunnen bedrijven veel sneller applicaties inzetten die inspelen op de noden van klanten.

Agile versus waterval

In deze Whitepaper vertellen we wat het verschil is tussen de waterval aanpak en agile werken.

Lees meer
Bram Berkelaar

Bram Berkelaar

CEO

Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op.
Wij kunnen je er meer over vertellen.

Alle Blog