Een citizen developer is iemand die zonder al te veel programmeerkennis toch zelf succesvol software kan schrijven. Het concept lijkt te mooi om waar te zijn. Maar is dat het ook? Een beetje relativering lijkt hier toch wel op zijn plaats.

opkomst citizen developers

Om te beginnen heeft het gebruik van de term citizen developer enkel zin in de context van no-code en, in mindere mate, low-code softwareontwikkeling. Beide ontwikkelmethodes vinden hun origine in de RAD-methodologie (Rapid Application Development), die tijdens de jaren negentig in opkomst kwam als een logische reactie op de vaak tergend trage traditionele aanpak van softwareontwikkeling. Toch zijn deze manieren van softwareontwikkeling wel degelijk verschillend in hun toepassingen - en kan niet zomaar iedereen met beide methodes even goed uit de voeten.

Laagdrempelige softwareontwikkeling


Softwareontwikkelaars die werken met RAD kunnen sneller resultaat bereiken dat voldoet aan de behoeften van hun business collega’s. Platformen voor low-code doen dat op een manier die geen diepgaande programmeerkennis vereist. Zo maken zij het mogelijk om stukken software – vaak in de vorm van kant-en-klaar bruikbare modules – te hergebruiken. Daarnaast stellen ze een grafische gebruikersinterface ter beschikking waarmee je afzonderlijke elementen net als bouwstenen kan combineren en samenvoegen tot nieuwe applicaties. Dat houdt de behoefte aan nieuw geschreven code zo laag mogelijk. Om met low-code te werken hoef je geen ervaren programmeur te zijn. Maar enige kennis van hoe code werkt is wel handig. Bovendien, hoe laagdrempelig het gebruik van low-code ook is, het vereist wel nog altijd een goed inzicht in de ontwikkeling van applicaties.

No-code gaat een stuk verder op die ingeslagen weg en is erop gericht puur intuïtief applicaties samen te stellen, op grafische wijze en zonder enige vorm van codering. No-code ontwikkelplatformen richten zich daarbij expliciet op zakelijke gebruikers met een grondige kennis van de business, maar zonder diepgaande IT-kennis. Het is hier dat we de citizen developer moeten plaatsen: de medewerker van de organisatie die niet langer bij zijn ICT-afdeling aanklopt, maar zelf zijn applicaties bouwt. Daarmee biedt no-code in zekere zin de ultieme oplossing voor het klassieke vraagstuk van ‘business en IT alignment’: hoe stem je je bedrijfsvoering en je IT-ondersteuning optimaal op elkaar af? Hoe breng je die twee aparte disciplines mooi op één lijn met elkaar? En ook van misverstanden door cultuurverschillen tussen business en IT of van een gebrek aan IT-inzicht aan business kant kan bij de citizen developer geen sprake meer zijn.

Wat is no-code - Tablet

Citizen development met no-code


Zowel no-code als low-code ontwikkeling vereist geen – of toch geen al te grote – kennis van een of andere programmeertaal. Zo luidt althans de theorie. Met name no-code zou daarbij de deur openzetten voor de citizen developer: de medewerker die een goede kennis van de business heeft, maar slechts een beperkte kennis van IT. Of je nu in marketing of verkoop werkt, in logistiek of productie, in hr of financiën: met no-code kan iedereen zelf snel en eenvoudig een applicatie ontwikkelen. En dat zonder ook maar één regel code te schrijven dus, op een intuïtieve, grafische manier.

Die mooie belofte, het ideaal van de citizen developer, blijkt in de praktijk toch meestal ondersteuning nodig te hebben. Ook met no-code is de ontwikkeling van software niet zomaar vrijblijvend. Het kan dus zeker gebeuren dat de medewerkers alsnog de hulp van hun IT-collega’s inroepen. Trouwens, mogelijk zijn die IT-collega’s intussen ook al gewoon zelf met het no-code platform aan de slag gegaan, waarmee business en IT dan onvermijdelijk toch weer wat in hun oude rollenpatroon vervallen.

Softwareontwikkeling met low-code


Bij low-code ontwikkeling liggen de eisen en verwachtingen voor de gebruiker per definitie een stuk hoger. Je hoeft weliswaar geen klassiek opgeleide programmeur te zijn om een applicatie met low-code te kunnen bouwen, maar je hebt wel nog altijd goede kennis van softwareontwikkeling nodig. Je hoeft geen enorme volumes aan code meer te schrijven, maar helemaal zonder code gaat het ook niet.

De realiteit is dat je bij low-code ontwikkeling dan ook niet echt van citizen development kan spreken. Een low-code project in goede banen leiden zal eerder het werk zijn van een IT-projectmanager. Een aanzienlijk voordeel is dan weer wel dat die IT-verantwoordelijke en zijn team nu veel meer zelf kunnen doen. Zij hoeven het analysewerk niet langer af te staan aan ontwikkelaars en te wachten tot de daadwerkelijke code is geschreven. Met low-code kunnen zij meteen zelf aan de slag.

20211019 esperantoxl 66 web

Een externe specialist helpt


Of het nu om low-code of no-code gaat: de ontwikkeling van een applicatie begin je nooit zomaar. Het startpunt is altijd een specifieke behoefte bij de business. Low-code en no-code zorgen ervoor dat de business daar meer initiatief in kan nemen, al is nauw overleg met de IT-afdeling uiteraard geen overbodige luxe. Er gaat aan een ontwikkelingstraject sowieso een grondige voorbereiding vooraf, waarbij je nagaat welke behoefte je met de applicatie wilt oplossen. Het grote verschil met klassieke ontwikkeling is echter dat de business - bijvoorbeeld in de rol van de citizen developer - meer in de lead blijft.

Toch kan de business het nooit helemaal alleen. In de praktijk laat je je bij zo’n low-code of no-code traject – van bij de start tot oplevering van de werkende applicatie – bij voorkeur begeleiden door een ervaren partner die de nodige expertise in huis heeft. Zeker als het om de ontwikkeling van een grotere of kritieke applicatie gaat die ook nog eens geïntegreerd is met je centrale backend systemen. Dan zijn die ervaring en expertise zonder meer goud waard.

Bram Berkelaar

Bram Berkelaar

CEO

Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op.
Wij kunnen je er meer over vertellen.

Meer blogs


EsperantoXL
Korenmolenlaan 1-G
3447 GG Woerden

T 085 760 35 99
H 085 760 37 57
@ info@esperantoxl.nl